Emoties, conflicten, emoties, wijzende vingers, goede bedoelingen en een seconde
Groep 8. Vrijdagochtend. Huilend op de gang.
“Kom, de klas in, niet hier.”
“Ik wil niet!”
“Prima, maar ik moet nu naar de klas.”
In de klas: ogen vol verwachting, vol emotie. Als duidelijk wordt dat de vraag ‘wat is er gebeurd?’ niet komt, ogen vol verbazing.
Ik geef ze ondertiteling. Wat er precies is gebeurd op het schoolplein, geen idee. Maar wat er is gebeurd, onder de waterlinie, in ons systeem, duidelijk voelbaar. Dat is er daadwerkelijk gebeurd.
Niemand krijgt de schuld en iedereen krijgt de schuld. Nee niet degene die geschopt heeft, nee niet degene die daarop reagerend geslagen heeft, nee niet degene die begonnen is maar die het goed bedoelde, nee niet degene die nu pijn heeft, nee niet degene die gescholden heeft ter verdediging, nee niet degene die alleen toe heeft staan kijken, nee niet ik. Wij allemaal. Samen.
Want wij zijn verbonden, of je nou wil of niet.
Uiteraard komt het onvermijdelijke wel naar boven. ‘Maar waarom moeten ze altijd mij hebben?’, ‘Maar ik krijg altijd de schuld!’, ‘Maar ik had er niks mee te maken’, ‘Ja maar ik heb het gezien’, ‘Ja maar hij stelt zich altijd aan’, ‘Ja maar anderen zijn veel sterker dan ik!’.
Weer een ondertiteling. Wij zijn sterk met elkaar verbonden, 19 leerlingen en 3 leerkrachten, allemaal verschillend. Thuis is iedereen sterk met anderen verbonden, 22 families. Verschillende achtergronden, 22 levens met littekens die weer opengerukt kunnen worden.
Dat alles is hier, of je nou wil of niet.
Laat het er zijn. Laten we samen zijn. Samen zijn we verantwoordelijk.
Een ommekeer, in een seconde, niet uit te leggen, alleen te voelen. Zij voelen het. Wij voelen het. Het stroomt.
Bedankt jongens.